vervolg
5 mei.
We zijn in Deir Al Zor. Het is haast ondoenlijk om de plaatsnaam goed aan te geven. Wordt in dit land zelf al op 4 verschillende manieren geschreven. Op onze kaart staat het dan nog eens heel anders. Zodoende kunnen we in het landkaartje de goede plaatsnaam niet invullen en dan wordt door ons alleen het land aangegeven. We gaan in Turkije nog eens proberen om het allemaal goed aan te geven..
Graag zouden we ook ieder persoonlijk, die gereageerd hebben, een berichtje sturen, maar dit wordt haast een ondoenlijke zaak. Ook foto's plaatsen is moeilijk. We zijn gewoon aangewezen op een internet cafe en die hebben een hele trage verbinding. We zijn al blij als we een internetcafé vinden.
We staan midden in het centrum van de stad voor het gouvernementsgebouw, zoals we al verteld hadden. An is hier ook naar kapper geweest. Ze mocht al een klant voorschieten en later bleek dat de kapper het knippen haar cadeau gaf.
Toen An ging koken ben ik naar de groentewinkel geweest om wat sinaasappels en aardbeien te kopen. We hebben lekker gegeten. Tijdens het eten hoorden we kinderen, niet ver van ons vandaan telkens een regel zingen. Later bleek dat de binnenkomende mensen zo begroet werden. We dachten eerst dat het een school was, maar er gingen zoveel mensen naar binnen, dat An ook eens ging kijken. Omdat zij niet terug kwam ben ik ook maar eens gaan kijken. Het bleek een cultureel centrum te zijn en het zat vol met mannen, vrouwen en kinderen. An zat natuurlijk op de eerste rij. Toen ik mijn gezicht liet zien moest ik ook gelijk binnen komen en op de eerste rij naast de notabelen gaan zitten. Ik voelde me wel een beetje genant, want ik had mijn korte broek aan, terwijl er iedereen in zijn beste kleding zat. Een korte broek kennen ze misschien wel, maar wordt door niemand gedragen. Er werd een voorstelling door de kinderen gegeven. Diverse liedjes en toneelstukjes werden gezongen en opgevoerd. Aan de eerst zittende rij werd een bloemstukje gegeven. Daar hoorden wij natuurlijk ook weer bij. Toen de voorstelling was afgelopen en An had afgewassen zijn we buiten op een muurtje gaan zitten, want het was in de camper nog 30 graden. Buiten wel ongeveer het zelfde maar had je het idee, dat het wat frisser was.
Op een gegeven moment stond naast onze camper een man en een vrouw te praten. Dit duurde wel erg lang zodat wij al tegen elkaar zeiden, dat zij wel erg veel te vertellen hadden. Zij kwamen naar ons toe en vroegen waar wij vandaan kwamen. Zij vertelde dat ze gynaecoloog was in het ziekenhuis. Ze wilde hebben dat wij met haar mee gingen om ergens wat te gaan drinken en daarna zouden we met haar naar haar huis gaan. Als dit een vrouw ons vraagt mogen we natuurlijk niet weigeren. We gingen met haar auto, een nieuwe Volkswagen Passat. De man, haar neef ging ook mee. Dat was een journalist. Ze liet ons eerste de Franse hangbrug over de Eufraat zien. Daar waren we tenslotte ook voor hier gekomen. Daarna werden we naar het Said Hotel gereden. Nadat de ober mij had gevraagd wat ik wilde drinken, vroeg ik hem om een koud biertje. Mij werd vriendelijk meegedeeld, dat het uitgesloten was. Ook de dokter zei dat het er niet was. Dan maar cola. Na wat gedronken te hebben moest er gegeten worden. Het was inmiddels 23.00 uur geworden. De hele tafel werd vol met salades gezet. Intussen kwam er nog een kennis(vriend) van haar bij en haar 3 kinderen. Die moesten die Hollanders natuurlijk ook zien. Ik had 2 stukken vis en An had gegrilde kip met frites. De ober, een Egyptenaar, knipoogde naar mij en vroeg of ik bier wilde bij het eten. Dat was natuurlijk ja en er werd een koud glas bier gebracht. Zo gaat dat hier.
Hierna werden we na middernacht weer bij de camper afgezet. We mochten haar alleen bedanken
hier. Ze heeft nog wel gevraagd om haar morgenvroeg, voor we vertrekken, haar te bellen. Als het mogelijk is, willen we morgen het ziekenhuis van binnen bekijken.
6 mei.
Nadat we de gynaecologe vanmorgen gebeld hadden, kwam ze ons ophalen en was zeer verheugd dat we het ziekenhuis wilde zien.
In het ziekenhuis kregen we een complete rondleiding. Alle apparatuur moesten we zien.
We kregen een allebei een dokters jas aan met een muts en overschoenen
We kwamen bij een patiente, die door het verzuim van haar pillen in te nemen, nagenoeg op sterven na dood was. Zij was in verwachting en had daarbij hoge bloeddruk en tevens suiker. Haar kind dat zij nog in haar droeg was acht maanden en was dood. De dokters moesten snel ingrijpen om het leven van de vrouw misschien nog te kunnen redden. Terwijl de dokters daarmee bezig waren mochten wij er gewoon bij. Er werd ons van te voren wel gevraagd of we dat wilden. Even later stonden we in een operatiekamer, waar de chirurg bezig met een vrouw op de operatietafel. Deze vrouw was op een afschuwelijke manier varbrand geweest in haar gezicht tot en met haar borsten. Het littekenweefsel werd door de chirurg in haar gezicht verwijderd. Wij stonden hierbij of we leerling arts waren.
Hierna werden we door haar meegenomen naar haar privékliniek. Daar zaten inmiddels 10 vrouwen op het spreek uur van haar te wachten. Zij was gewoon eerst met ons meegegaan naar het ziekenhuis. Ze vertelde de wachtende patiënten, dat ze eerst een operatie had moeten doen.
Wij hebben toen verder samen de stad verkend en na een goed uur hebben we haar weer opgezocht. Toen heeft ze ons naar haar schoonvader gebracht die een antiekzaakje had, want ze moest nu toch werkelijk eerst een operatie verrichten. We konden bij hem wachten. Hierna werden we door een persoon naar het ziekenhuis gebracht en was zij klaar met de operatie. Wij hebben haar toen uitgenodigd om op onze kosten ergens te gaan eten.
We kwamen weer in het Said hotel uit. De ober deed ons een aanbeveling om Syrisch op Mexicaanse wijze te eten.
Wij gingen daarmee akkoord. Onze tafel werd weer compleet vol gezet met eten. Later werd en nog een tafel bij aan gezet, waar de rest nog op kwam te staan. We konden er een derde part nog niet eens van op. Ik zei hem dan ook dat het allemaal veel te veel was. Hij vond van niet want dit was normaal in Syrie. Ik wilde hierna afrekenen, maar dat kon niet volgens hem, want dan kreeg hij zijn ontslag van de dokter. Dat was haar baas zei hij. Waar of niet waar?????.
Hierna heeft zij ons meegenomen naar haar huis buiten de stad. Een geweldig complex met rondom tuin, met daarin bloemen en bomen. Hier hebben we ook kennisgemaakt met haar man. Alleen op papier want ze leefden separaat. Ze heeft ons het hele huis laten zien. Haar man onderhield niet eens de tuin. Die deed helemaal niets. Buiten haar had hij nog een vrouw. In deze regio mogen de mannen 4 vrouwen hebben. Zij onderhield hem want werken deed hij niet. Hij had ook niet gestudeerd en het kwam er op neer dat het geen partij voor haar man was.
De jongens van haar stapten met ons in haar auto en wij zijn een heel eind buiten de stad gereden. Het was een plaats waar 10 paarden werden gehouden en een mooie tuin rond het huis lag. Dit complex was ook van een vriend van haar, maar die was niet aanwezig. Het lag pal aan de Eufraat en er werd met 2 grote elektromotoren water uit de Eufraat gepompt. Dit om het complex mooi groen te houden.
Hierna werden we afgezet bij de camper. Er werden wat cadeautjes uitgewisseld. An kreeg een Koran in een houten kistje en ik kreeg een lekker reukje. Wij konden haar blij maken met een mooi beschilderde houten klomp uit Nederlandvervolg
Van Madaba zijn we naar Amman terug gegaan. Voordat we daar waren zijn we door een diep dal gegaan, letterlijk dan. Het dal lag op het niveau van de Dode Zee en die ligt 400 meter onder het niveau van de Middelandse Zee. Toen we in het dal waren passeerden we een stuwdam. We hadden middels het gps-systeem een waypoint gemaakt op de plaats waar we in Amman hadden gestaan. We meenden dan ook daar gemakkelijk naar teug te rijden, doch hierin hadden we ons vergist. Door diverse omleiding konden we niet precies naar die plaats terug en hebben we ons de laatste meters ons voor laten rijden door een vriendelijke Jordaanse automobilist. Bij de politie hebben we weer wat water in kunnen slaan. Dit was eerst ook nog een probleempje want ze mochten geen Goverment-water weggeven. Hierna ben ik op te eerste verdieping gaan kijken waar de leiding zat. Toen was het zo geregeld. Ook hebben we daar nog contact opgenomen met Achmed, de luitenant-kolonel. Hij had ons nog graag gezien, maar die dag had hij verder geen tijd. Wanneer we langer bleven moesten we bij hem thuis een Jordaanse maaltijd komen nuttigen. We hebben telefonisch afscheid van hem genomen, want we wilden toch de volgende dag weer verder.
Op 4 mei zijn we verder naar het noorden getrokken en hebben we Jarash aangedaan. Daar was het ook big business. Wel is er veel en op een hele grote oppervlakte aan oudheden te zien. Zoals tempels, de Arthemistempel nog bijna helemaal in tact, een collonnade en te veel om op te noemen. Het is de moeite waard om dit op internet op te zoeken.
Vandaar zijn we naar de grens gereden. We meenden Jordanie na drie controles zo te kunnen verlaten, maar dat was ook daar buiten de waard gerekend. Bij de laatste politie controle, die dan weer zo'n 500 meter van de andere controle vandaan ligt, keek men nog eens in het paspoort en toen bleek ook dat er een stempel te weinig in stond. Dus dat werd draaien. Dat moest ter plaatse gebeuren en ik moest tegen het verkeer in terug rijden. In het gebouw van de departures ons weer gemeld en gezegd, dat er een stempel in ons paspoort moest komen staan. Er werd een stempel in gezet. Terug naar de controle. Daar bleek dat we ook een schriftelijk toestemmings bewijs moesten hebben om het land te verlaten. Weer terug en dat formulier opgehaald. He he we mochten het land uit.
Bij de Syriesche grens begon het verhaaltje opnieuw. We werden van het kastje naar de muur gestuurd. We moesten weer een nieuw visum hebben. Dat is dan bij de bank eerst betalen en dan met het bewijs naar de ambtenaar. Ook moesten we weer dieseltax betalen en nu bleek het ineens geen 100 dollar te zijn maar 200. Wat we ook aanvoerden, betalen moesten we. We waren gelukkig hierin niet de enige. Een groep Italianen, 10 man, hadden het zelfde probleem en kwamen er ook niet onderuit om 200 dollar te betalen. Daarbij kwam nog dat je ongeveer 10 euro moest betalen voor fotocopieeren. Dan nog op een andere bureau wat ergens anders was gelegen laten controleren en weer wat betalen en dan was het in orde. Dit grapje had ons twee en een half uur gekost. We mochten weer 7 dagen verblijven in Syrie. In middels begon het al te schemeren. We moesten een plek zoeken voor de nacht. Bij een tankstation in aanbouw waren ze nog aan het werk. We mochten daar staan. Er was een nachtwaker aanwezig en zodoende waren we er niet alleen. De nachtwaker liet de deur naar de keuken, toilet en douche open zodat we daar gebruik van mochten maken. Zijn hond bond hij 15 meter van de camper vandaar.
Nadat we 's-Morgens daar hadden gedouched hebben we van hem afscheid genomen. Hij moest eerst nog met ieder van ons afzonderlijk op de foto. Vandaag 4 mei hadden we een flinke afstand te overbruggen. 100 Km snelweg naar Damascus en nog eens 260 km door de woestijn, waar alleen hier en daar wat Bedoine tenten stonden. Verder was het een kale vlakte van zand. Toen we in de woestijn wat wilden eten zijn we blijkbaar voor de ingang van een militair terrein gaan staan, want we zagen vanuit de verte een militair naderen. Hij wees met zijn hand op zijn schouder en maakte ons duidelijk dat hij opdracht had gekregen om ons daar te verwijderen. Toen we ons voertuig 10 meter hadden verzet was hij tevreden en konden wij verder met onze lunch. Het bleek een toegangsweg naar het kamp te zijn. Dit kon je vanaf de weg niet zien liggen.
Omstreeks 15.30 uur kwamen we aan in Palmyra of te wel Tadmur. Hier is nog geweldig veel aan oudheden te zien. We hebben hier een camping gevonden onder de palmbomen. Er is zelfs een zwembad. Wat een luxe toch in de woestijn. We hebben vandaag verder rust genomen. Morgen gaan we hier de pilaren, tempels en verdere bijzonderheden bekijken. Er moet een collonnade zijn van 1200 meter. Er is hier net een groep backpackers Polen aangekomen die in een Bedoine-tent naast onze camper slapen. Volgens ons zijn ze goed moe en zullen we er vannacht wel geen last van hebben.
5 mei. We hebben inderdaad goed geslapen. Na ons ontbijt zijn we naar het tempelcomplex gegaan. Het was de tempel van Baal. Nog voor een groot stuk in originele staat. Zo groot hebben wij een tempel nog nooit gezien. Het was allemaal indrukwekkend en zeer heet.
Verder hebben we nog over het inmens grote terrein gelopen met de collonnade en andere ruines.
Vanaf hier zijn we weer de woestijn ingereden richting het noord-oosten gereden naar El Zerror.
Toen we in deze plaats aankwamen werden we op de thee gevraagd door de gouverneur. Er werd daar geen woord Engels gesproken. Maar met handen en voeten konden we elkaar wel wat wijsmaken. We konden hem in elk geval op de kaart laten zien waar we vanaf kwamen en waar we morgen naar toe wilden gaan. Deze stad ligt aan de Eufraat. Ze hebben hier een Franse hangbrug, maar die moeten we nog gaan kijken. De winkels zijn net om 15.30 uur bijna allemaal dicht gegaan.
An heeft zich net laten knippen door een knappe Arrabier. Die vond het zo leuk dat hij het gratis deed. Bedankt weer allemaal voor de leuke reacties.
vervolg
30april zijn we naarhotsprings gaan kijken. Ook daar gingen de mannen en kinderen gekleed in het water. Wij hebbenons daar maar niet aan gewaagd omdat we het niet zo schoon vonden. Ook waren we nog naar een natuurreservaat geweest. Maar moetsen we in een tent overnachten.
Bij de warmwaterbronnen meende we te overnachten. Bij nader inzien toch maar niet. We stonden moederziel alleen, tussen 4 muren en met een ingang, die nauwelijks begaanbaar was. Laat staan berijdbaar. Bij de schemer zijn we weer door de bergen naar de doorgaande weg gereden. Toen we straatlantaanrs zagen zijn we van de weg afgegaan. We bleken midden in een nomadendorp te zitten met tenten. Van de stamoudste moest ik zijn bezittingen komen kijken. We mochten bij hem de camper plaatsen en overnachten.
Gisterenhebbenwe Al Karak bezocht met zijn mooi en heel groot kasteel van de kruisvaarders.
Tevens heeft Cor twee korte broeken laten maken. Ze zouden binnen twee uur klaar zijn, maar dat is toch uitgelopen naar 4 uur. Eten en drinken hebben we er bij gehad.Daarna zijn we langszaam weer richting het noorden gereden. Om 5 uur hebben we een mooi plaatsje gezocht om te overnachten. Eerst de buren even laten weten wat we er kwamen doen. Later kwam een man vragen wanneer we gingen slapen. Later bleek het zo te zijn dat hij de politie had gebeld, omdat een zestal opgeschotenjongens rond de camper bleven hangen en er tegen aan klopte. Toen Cor uit de camper stapte en de jongens riep, kwamen ze zo naar hem toen en maakte ze hun verontschuldigingen. Dus niets aan de hand. Toen ik net in bed lag werd er opnieuw gebonsd. Dit bleek de politie te zijn. We moesten daar we voor onze eigen veiligheid. Toen ik me had voorgesteld werden we bij de ingang van het politiebureau gezet naast de wacht.
Vandaag 2 mei zitten we in Madaba. We hebben net de mooie Grieks-Orthodoxe kerk, deSt. George, bezocht. Hier was net een bus met Nederlanders gearriveerd. We gaan nu op weg naar Amman en gaan daar kijken of we ons zelfde overnachtingsplek nog kunnen vinden. Anders zijn we genoodzaakt onze Jordaanse collega Achmed te bellen.
vervolg
Heel leuk, al die reacties van jullie. Bedankt.
De 28ste april zijn we in Petra aangekomen. We konden vlak bij de ingang parkeren en ook overnachten. Na aankomst hebben we de boel eerst wat verkend en zijn de volgende dag vroeg naar de Siq gegaan.Is de ingang van de bezienswaardigheden van Petra. We hebben daar 8 uur lang doorgebracht. In een woord geweldig. Vanmorgen hebben we kennisgemaakt met een Duits echtpaar, die ook op rondreis zijn met een camper.
Vanmorgen begon het omstreeks 10.00 te regenen, wat heel vreemd aandeed in dit erg droge land. Ook de temperatuur zakte van gisteren 35 naar vandaag 15 graden. Wel zitten we nu in een andere niet zo'n droge omgeving.
De mensen hebben hier inderdaad een water te kort. Een liter drinkwater is net zo duur als een liter diesel namelijk 50 eurocent.
De dieselprijs in Syrie was 30 eurocent, maar daar moesten we 100 doller dieseltax per week betalen. Een dag meer kost gewoon 100 doller dan per dag.
We zijn vanmiddag in een natuurreservaat gaan kijken. Daar kon je overnachten in tenten, midden in de natuur ver van al het verkeer en ander onnatuurlijk geluid. We zijn daar niet gebleven. We zitten nu in At Tafila achter een computer. We proberen nog een paar uurtjes verder te rijden. We zijn tenslotte weer op de terug weg.
Vervolg
We hebben Niet getracht om op het meer van galilea te lopen. En in de Dode Zee valt het niet mee om te zinken. Na twee nachtjes slapen aan de Dode Zee zijn we door gereisd naar Aqaba en daarna naar de Golf van Aqaba. Het verschil tussen de temperatuur van water van de Dode Zee en dat van Aqaba was een hemels breed verschil. In Aqaba was het lekker fris water en helder blauw-groen. De mannen daar zwemmen niet een met ontblote bovenlijven en vrouwen schijnen helemaal niet in het water te mogen m.u.v. An dan natuurlijk. Daarbij kregen we wel bekijks. Toen zijn we verder naar het zuiden gereden tot de grens met Saoudi Arabie. Niet de grens over natuurlijk, maar gewoon weer terug.
Na een nachtje slapen nog even een frisse duik en op naar Wadi Rum. Een rode woestijn met veel losse bergtoppen. Daar moet je met een jeep of kameel in. Wij hebben gekozen voor de Jeep. Hier hebben ze de film opgenomen van Laurens van Arabia.
Op de terugweg was er een zandstorm. An wilde daat wat foto's maken van de grillige grondvormen die door de wind ontstaan waren. Toen we weer wilden aanrijden gaf de auto geen startgeluid. De startonderbreker wilde zijn werk niet meer doen of hij deed zijn werk zo goed dat we in elk geval niet weg konden. Alle papieren voor de daggehaald en diverse procedures doorlopen, maar hij weigerde zijn dienst. Hierna maar contact opgenomen met Nederland. Dit bracht gelukkig uitkomst. We stonden daar midden in de woestijn met een zandstorm om ons heen. Echt in de middle of no where.
We zijn nu op weg naar Petra en zullen daar omstreeks 18.00 uur aankomen
vervolg
Iedereen hartelijk bedankt voor de leuke reacties die we hebben mogen ontvangen. Dat heeft ons ook goed gedaan. Het valt niet mee om een internet aansluiting te vinden. De mensen hier zijn heel aardig. Het lijkt net of ze zijn geprogrameerd, want iedereen begint met 'Welcome to Syria'.
Het eten proberen we hier echt niet allemaal uit en daar blijven we toch wel een beetje kieskeurig in. We kijken en vragen wat het is voordat we iets bestellen. De wegen zijn hier niet te vergelijken met die in Nederland. Op een driebaansweg staan ze voor een verkeerslicht met 6 dik opgesteld. Ook zijn de wegen erg ongelijk en het onderhoud laat iets te wensen over. Verkeersregels zijn er misschien wel, maar zijn er maar weinig die zich daar aan houden. Toeteren doen ze allemaal. Als ze haast hebben, maar ook als ze ons willen begroeten en dat zijn er velen.
Toen we 's-Morgens in Homs wakker werden tikte het behoorlijk op het dak van de camper, het regende behoorlijk. Maar na ons ontbijt was het weer droog en scheen de zon weer vol op.
Van hier uit zijn we naar 'Craq des Chevaliers' gegaan, dat ligt zo'n 40 km van Homs. Dat was zo'n groot kasteen dat er 4000 soldaten en 400 paarden in konden.
Van hieruit zijn we door een wijds gebied, waar alle bomen even schuin stonden door de wind,naar Damascus gereden. In Damascus wilden we naar de camping, maar die hebben we niet gevonden. Bij het zoeken naar een geschikte plaats bood een automobilist. Deze man reed ons voor en bracht ons uit zich zelf naar een politie bureau. We dachten er goed aan te doen om daar even te vertellen wie we waren en hoe lang we dachten te blijven staan. Even buiten de waard gerekend, want de Captain mocht niet zelf beslissen of we daar wel mochten blijven staan. We moesten een tijdje wachten tot de Kolonel aanwezig was. Dit was trouwens de security politie. Wat het inhield weten wij nu nog niet. Ongeveer 2 uur later kwamen ze ons halen en was de kolonel zelf aanwezig. Hij besliste dat we daar mochten blijven staan. Iedereen te vreden.
De volgende dag zijn we Damascus ingegaan met de bus. We hebben daar de grote moskee bezocht, wat echt de moeite waard was. Ongeveer 150 bij 100 meter. An moest een bruine jurk aan om binnen te mogen. In de moskee lag het hoofd van Johannes de Doper in een sarcofaag. Aan de moskee ligt de Souk. Ontzettend groot in oppervlakten en honderden kleine winkeltjes. Direct hieraan ligt de citadel. Dit zijn wel de meest belangrijke objecten om te bekijken, buiten de musea.
De bus terug konden we schijnbaar goed vinden want de eerste de beste buschauffeur die we vroegen zei gelijk, dat we maar met hem moesten meerijden. Hij bracht ons dan ook weer op de juiste plaats.
Toen we de volgende morgen wilden vertrekken, stonden we met een lekke band. Die was langzaam leeggelopen. Dat was even behoorlijk balen. Er zat een grote schroef in de band. Wiel verwisseld en op naar de banden specialist. Die zijn daar niet zo moeilijk te vinden, want er zijn er velen. Deze bekeek de band en stopte er een plug in. Wiel werd door hem verwisseld en we reden weer. Nadat we onderweg koffie gedronken en naar de band hadden gekeken weer verder. Niet ver daarna werden we door een automobilist er op gewezen dat er met de auto iets aan de hand was. Gestopt en gekeken wat het zou kunnen zijn. Weer die zelfde band bijna leeg. Weer balen, want nu zaten we aan de autobaan, waar ze net zo goed van de vluchtstrook gebruik maken als van de rijbaan. Met de band maar naar een garage bij een tankstation gegaan. Daar hebben ze de band wel vakkundig gerepareerd, maar die hebben we voor de zekerheid toch maar reserve gelegd.
Zo nu op naar Jodanie, want we mogen maar 7 dagen in Syrie blijven. Dus vandaag vrijdag moeten we er uit.
Aan de grens verloopt het moeizaam. Bij de laatste controlepost en die liggen allemaal zo'n kilometer uit elkaar, blijkt dat we een stempel te weinig in ons paspoort hebben. We moesten terug. Weer van vooraf aan begonnen en alles goed nagevraagd en laten controleren, maar er was niets aan de hand. Dus maar we op naar de laatste controle. Was niet goed en we mochten Syrie niet verlaten. Dan schiet een Libanees ons te hulp en deze rijdt met Cor terug en verteld wat er nu niet goed is. 1000Syriesche ponden moesten nog betaald worden en er werden stempels in de paspoorten gezet. Alles was nu goed, alleen die Libanees was niet blijven wachten en moest ik terug lopen.
He he, we mochten Syrie verlaten. Bij de Jordanese grens betalen voor visa, verzekering en costums en we mochten gaan rijden.
We zijn meteen naar de eerste bezienswaardigheid gereden en wel Umm Qais. (kijk maar eens op internet) Hier was veel te zien. We hebben nog voor dat het donker werd mooie foto's gemaakt van het uitzicht. Vandaar kon je naar de Golanhoogte, het meer van Tiberias of wel het meer van Galilea en naar de syrische grens kijken. We zaten vlak aan de grens met Israel. Toen we daar met de camper aankwamen stond de toeristenpolitie meteen klaar om ons naast depolitiepost te zetten tussen 4 muren.
24 april 2010.
Vandaag zijn we vroeg opgestaan. 06.30 uur. Dit om er zeker van te zijn mooie foto's te kunnen maken. Helaas het was erg heiig. Wel hebben we samen alles goed kunnen bekijken, want er waren geen bezoekers zo vroeg. Hierna hebben we ontbeten en zijn we binnen door over een eenzame weg met diverse roadblocs van de militairen die ons ook controleerden gereden. Daarna kwamen we op de weg die langs de Jordaan liep. De andere zijde van de Jordaan is Israel. Ook hier vele roadblocs en controles. Militairen met automatische wapens en gevechtswagens die bemand klaar stonden met een automatisch wapen en schutter er boven op. Op verschillende plaatsen is het mogelijk om de brug over te steken naar Israel. Wij kunnen dit helaas niet, want met een stempel van Israel in je paspoort kom je Syrie niet meer in en kun je bij de consul een nieuw paspoort gaan vragen.
Vanmiddag zijn we aangekomen in Amman. Daar heeft Cor contact opgenomen met een Jordaanse collega, die 5 jaar geleden in Nederland was geweest en ook IPA lid is. Deze was buiten de stad en we moesten 2 uur wachten. Hierna deelde hij ons mede over een half uur bij ons te zijn. Hij kwam in uniform. We konden het best met elkaar vinden en ik was meteen zijn vriend. Wat kon hij voor ons betekenen, was zijn vraag. Wij wilden naar de camping, die er moest zijn volgens ons, maar daar wist hij geen antwoord op. Hij nam ons mee naar een groot politie bureau. Onderweg zagen wij dat de politieambtenaren op straat strak in de houding sprongen en salueerden, wanneer wij voorbij kwamen. Ik vroeg hem naar zijn rang waarna hij zei, dat hij in 2005 in Nederland Kapitein en nu Luitenant-Kolonel was. Ik liep met hem mee binnen dit politiebureau en iedereen stond stijf en strak.
Wij kwamen achter het bureau staan, waar de wacht ons in de gaten kon houden. Dit was overigens volgens hem niet nodig, want Jordanie was erg veilig. Dit werd ons trouwens in Syrie ook overal gezegd. Later kwamen we daar in een winkel, waarvan het personeel al op de hoogte was dat er iets bijzonders was, want die hadden de camper gezien en deze werd begeleid door een hele hoge officier. Dat zagen ze aan de auto die hij liet besturen. Op ons nachtverblijf namen we afscheid en hjj stond er op dat we op de terugweg nog bij hem langs zouden komen. We moesten dan bij hem thuis komen en we zouden dan op echt Jordaans eten getrakteerd worden..
Vandaag 25 april 12.00 uur zitten we aan de Dode zee. Vanmorgen zijn we eerst. naar de berg van Mozes geweest in Madana.
vervolg
Het heeft even geduurd, maar nu we weer internet hebben kunnen we jullie toch het een en het ander vertellen. Op 17 april hebben we na een behoorlijk lange reis overnacht bij een tankstation zo'n 100 km voor Adana. We zijn daar verschillende keren wakker geworden van de trein. Het spoor liep vlak ac's-Morgens waren we op zoek om brhter ons door en wanneer de trein langs kwam was het net of er een helikopter boven ons kwam hangen zo'n herrie. Het waren 's;nachts goederen treinen en die moesten daar omhoog klimmen. 's=Morgens wilden we brood te kopen, maar dat was daar niet voorradig. De tankbaas wilde mij op de brommer hebben om brood te halen, maar dat leek mij niet zo raadzaam. Toen werd er broog gehaald en dat was gewoonweg niet te betalen.
Toen op weg naar de grens met Syrie. Daarhkregen we onmiddellijk 2 bemiddelaars die ons hielpen. Alleen waren we er ook niet uitgekomen, want de papieren die allemaal ingevuld moesten worden waren in het Arabisch en ons Arabisch konden ze ook niet zo goed overweg. We moesten van het ene bureau naar het andere en dan weer terug of het goed was gebeurd.
Uiteindelijk nadat we een verzekering hadden afgesloten en 100 dollar hadden betaald voor dieseltax mochten we er door. De diesel kost hier 30 eurocent per liter. We zijn toen richting Aleppo gereden naar een camping waar een Belgische dame die met een Sierier is getrouwd een camping heeft.
We zijn daar 2 nachten gebleven en hebben daar intussen Aleppo bekeken.
Op 19 april zijn we daar vertrokken en zijn naar Idlip gereden op een Museum te bezoeken die het eerste Alfabet bewaarde wat daar gevonden is. Verder hebben we Sergella bezocht en Apemea. Beide oudheidkundige bijzonderheden. Daarna zijn we doorgereden naar Salal el Dhin (is Salladin). Daar hebben we tot in het donker naar gezocht. Het valt niet mee de Arabische tekens te ontcijferen. Het is vaak pionieren. We sliepen nabij een restaurant, waar we ook lekker hebben gegeten. Vanmorgen hebben we daar het kasteel van Salladin bezocht en zijn toen in de richting van Latkkia gereden. Daarna zijn we naar Hama gegaan om de grote waterwielen met de aquaducten te bezichtigen.
We zitten nu in hotel Serafin, anders hadden we geen internet gehad. Maar denk niet dat we daar in logeren. Het is natuurlijk wel veiligom voor het grote hotel te parkeren.
Morgen gaan we naar Damascus. We mogen trouwens maar 7 dagen in Sirie blijven, dus we moeten voort maken om richting Jordanie te gaan. Dat komt omdat we maar voor een week dieselbelasing hebben betaald.
vervolg
We hebben overnacht bij het politiebureau in Bolu midden in de stad, ze waren heel blij met ons.
We trekken nusteeds verder naar het oosten ,zijn nu bij Ankara en drinken hier natuurlijk thee.
Het weer wordt ook steeds beter en de lucht is blauw.We rijden zo dadelijk verder in de richting van Adana.Tot nu toe hebben we nog ongeveer steeds op de autoweg gereden. Bij het passeren van de tolpoortjes hebben we een verkeerde doorgang gekozen. Alle alarmbellen begonnen te rinkelen. We zijn maar meteen gestopt en hebben alsnog betaald. Hier kreeg An een kaartje om het licht van de doorgang groen te maken. Dit kaartje hebben we maar gehouden en nu kunnen we het bij alle doorgangen van de tol gewoon doorrijden. Betalen is nu niet meer nodig.